Rosé
Hoe wordt rosé gemaakt?
Er zijn 4 verschillende methodes om rosé te maken.
Methode 1:
De meest eenvoudigste manier is het mengen van de witte wijn met rode wijn. Echter is dit met uitzondering van mousserende wijn in Europa niet toegestaan.
Methode 2:
Pers de blauwe druiven en scheid het sap direct van de uitgeperste druiven. Het sap van de blauwe druiven is in de meeste gevallen wit, net zoals bij de witte wijn. De kleurstoffen om rosé te kunnen maken zitten in de schillen van de uitgeperste druiven. Door het directe persen van de schillen onttrek je dus amper de kleurstoffen. Het resultaat is een verfrissende lichte doorzichtige rosé kleur. De lichte kleur rosé is momenteel heel erg in trek.
Methode 3:
Pers de blauwe druiven en wacht even tot je de uitgeperste schillen scheidt van het sap. Dit kan echter twee hele uren duren maar ook 2 dagen. Naarmate je langer wacht wordt de rosé steeds donkerder van kleur. Dit is de meest voorkomende methode die alledaags gebruikt wordt.
Methode 4:
Dit is de meest krachtigste smaak als het gaat om het maken van rosé. Een vat met gekneusde blauwen druiven, bestemd om rode wijn mee te maken. Op een gegeven moment laat je een beetje sap weglopen vanuit het vergistende vat. '' ook wel bloeden genoemd ''. Dit sap heeft tijden de rijping met de druifschillen een rosé kleur gekregen. Tevens wordt dit meestal als bijproduct gezien waar een wijnboer rode wijn van heeft willen maken. Saignée rosé is dan ook de meest donkerst van kleur en krachtigst van smaak.