Sicilië
Het zonovergoten eiland van Italië, hier gaan de wijntradities terug tot de oudheid. Pas vanaf de 19de eeuw ging het deel uitmaken van Italië, het wordt ook wel het grote museum van verschillende culturen genoemd. De meeste wijnstokken staan aangeplant in het Westelijke deel van het eiland in de vlaktes en de heuvels rond Trapani.
Rond de vulkaan de Etna is de bodem van nature vulkanisch, de rest van het eiland heeft een variatie van klei en kalk tot pure kalksteen. Het Noordelijke en Oostelijke deel van het eiland Sicilië zijn koeler en hebben minder last van droogte.
DOC Etna
Tegen de Oostelijke flanken van de lavahellingen van de vulkaan de Etna liggen de vruchtbare wijngronden terrasvormig aangelegd. Maar voor een 20-tal wijngemeente is het toegestaan witte en rode wijnen te maken en voor een klein deel rosé.
De rode Etna wijn wordt vooral gemaakt van de inheemse voorgeschreven druivensoorten: Nerello Mascalese en Nerello Mantallato druiven. Voor de witte Etna wijn worden de voorgeschreven druivensoorten Carricante en Cataratto gebruikt.
Druivensoorten
Blauwe druiven groeien goed in het warme klimaat en produceren wijn met stevige, fruit gedragen aroma's en een hoog alcoholgehalte. De volgende druivenrassen kom je tegen op dit eiland: Nero d'Avola, Nerello Mascalese, Frappato en Syrah.