Veneto
Veneto is gelegen in Noordoost Italië tussen de Venetiaanse Alpen, de Povlakte en het Gardameer liggen de uitgestrekte wijngaarden van dit gebied. In omvang is het achterland van Venetië het 3e wijngebied van Italië, hier komt 10% van alle Italiaanse wijnen vandaan. Tussen Verona en Venetië zijn de meeste wijnstokken aangeplant, vooral aan de oevers van het Gardameer. Dankzij de invloed van het meer en de bescherming van de Alpen is het klimaat overwegend zacht.
DOC en DOCG wijnen
DOC betekend Denominazione di Origine Controllata is een krachtige classificatie die de traditionele wijnen van specifieke regio's omarmt. De bekendste soorten op een rijtje:
DOC Bardolino, komt van het Zuidoostelijke oever van het Gardameer. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de Corvina Veronese, Rondinella en Molinara druiven. De wijnen die minimaal 1 jaar op RVS hebben gelagerd en een minimale alcoholpercentage hebben van 12% mogen op het etiket 'superiore' zetten.
DOC Valpolicella, ook hierbij zijn de 3 belangrijkste druivenrassen Corvina Veronese, Rondinella en Molinari. De druivenranken groeien in het gebied met een 20-tal gemeenten tussen het Gardameer en het Noorden van de stad Verona. In dit wijngebied zijn er traditionele regels verbonden, het oorspronkelijke gebied waar de Valpolicella wijnen vandaan komen wordt 'classico' genoemd.
DOCG Recioto della Valpolicella Amarone, het paradepaardje van Veneto. De droge versie van de Recioto's met een hoog alcoholpercentage van 14 tot 15% en een minimale lagering op eikenhouten vaten van 3 jaar. De druiven Corvina, Rondinella, Oselta en Croatina en worden gedurende 3 maanden ingedroogd met als resultaat dat veel van het vocht in de druiven verdampt waardoor de druiven dus zeer rijk aan suikers zijn. De Amarone is zeer geschikt om te laten ouderen en blijft zonder problemen, maar op goede omstandigheden minimaal 15 jaar fris. Een sterk geconcentreerde rode wijn met een volle smaak, die bij het ouderen een fluwelige afdronk krijgt.
Ripasso
Misschien wel één van de bekendste rode wijn van dit wijngebied. Tussen 1970 en 1980 is de variatie Ripasso ontwikkeld. Na de vergisting van de 'gewone' Valpolicella wordt de jonge wijn bij de schillen de pitten van de reeds vergiste Amarone gevoegd. Door de aanwezige restsuikers en gisteren vindt er opnieuw een gisting plaats. De Ripasso krijgt hierdoor een vollegere geur en smaak met meer tannines. Hierbij is een veel gebruikte manier is om in december de ingedroogde druiven toe te voegen en daarna opnieuw te gaan vergisteren en krijgt je minder bitters en tannines, maar meer fruit en rondheid.