Na de machinale oogst van de druiven worden de druiven pneumatisch geperst. Door de zwaartekracht bezinken de vaste stoffen 24 uur waarna het sap gedecanteerd kan worden. Daarna rusten te wijnen om helder sap te verkrijgen, en indien nodig gechaptaliseerd. Alcoholfermentatie in temperatuur gecontroleerde  roestvrijstalen tanks gedurende ongeveer 15 dagen bij 21°C. Malolactische fermentatie vindt plaats in roestvrij staal gedurende ongeveer 5 weken bij 20°C. Na de malolactische gisting rusten de wijnen van december tot januari en wordt sulfiet toegevoegd. Van februari tot maart wordt de wijn geklaard met bentoniet en isinglass (stabilisator). Koude stabilisatie bij vindt plaats op een temperatuur van -3°C gedurende 5 dagen en daarna wordt de wijn gefilterd. De wijn wordt opgeslagen in temperatuur gecontroleerde tanks waarna de botteling plaatsvindt en de gebottelde wijn wordt opgeslagen in kelders met airconditioning. Bewaarpotentieel: 5 tot 10 jaar afhankelijk van het jaartal en de wijze van opslag.